Agenten troffen de 61-jarige Jan van den Bos vrijdag kort na middernacht aan in het Huis voor Onbehuisden, officieel HVO-Querido. Hij overleed later aan zijn verwondingen.
De politie hield twee mannen aan. Die van 52 werd al snel weer vrijgelaten; hij werd van verdachte getuige.
De 56-jarige Bernard V. werd vervolgd.
Met z'n drieën zaten ze in de nacht van 30 april op 1 mei een biertje te drinken toen er een woordenwisseling ontstond.
Op enig moment pakt Bernard V. het slachtoffer vast, gooide hem in de leunstoel en sloeg hem kracht in het gezicht.
Aldus de getuige.
Ook zou hij hem hebben geschopt. En hij zou daar mee doorgegaan zijn toen het slachtoffer al bewusteloos op de grond lag.
Nog steeds volgens de getuige. Maar diens verklaring kwam overeen met de sporen.
Deskundigen concludeerden dat V. gebrekkig ontwikkeld was (geestelijk) en een persoonlijkheidsstoornis had. Plus een ernstig drankprobleem. Hij had daarom al een aantal keren een time out gekregen, dan mocht hij een aantal uren niet naar binnen.
Dat wordt nu wat langer, als het aan het Openbaar Ministerie ligt. Dat ging uit van doodslag en eiste 5 jaar en tbs.
De rechtbank veroordeelde V. tot 4 jaar en tbs voor doodslag.
Het was de derde moord op dit adres. Op 9 september 1987 kregen bewoners Tonny Nieuwenhuijse (49) en Doeke W. (42) onenigheid over geld, waarop Doeke een mes greep.
Negen jaar later schopte de 34-jarige Gerard ter B. voor de deur zijn leeftijdsgenoot René van Maanen – beiden woonden hier – dusdanig dat hij een maand later overleed.
De dader had bepaald geen wroeging: ‘Spijt heb ik niet. Die man verdiende het te worden afgemaakt.’
In 2009 stak in het HVO aan de Weesperzijde een bewoner een vrouw dood.
Medewerksters wilden de 21-jarige Rex van P. aanspreken over diens gewelddadige gedrag. Van de P. – rapper en recidivist – antwoordde met het trekken van een mes. De 38-jarige Susanne overleefde het niet, de twee anderen raakten gewond.
P. werd korte tijd later in Noord uit een stadsbus gehaald.
In de documentaire Vrije radicalen (uitgezonden voor de moord) had Van P. gezegd: ‘Mijn moeder had problemen met het leven dat ik leidde. Ik kwam altijd stoned thuis met rode ogen. Ze liet me vallen. Ze heeft me op het verkeerde moment uit huis gegooid.’