De politie trof in de nacht van 21 op 22 december de 38-jarige Fabian E. aan in een nat pak en met een snijwond. Hij verklaarde dat hij met zijn auto de Nieuwe Maas in was gereden.
Pas een halve dag later vertelde E. dat hij niet alleen in de wagen had gezeten.
Hulpdiensten takelden daarop het vehikel naar boven (het lag zo'n 60 meter uit de kant) en inderdaad: op de bijrijdersstoel zat 36-jarige vrouw uit Oekraïne die al enige tijd in Rotterdam verbleef: Irina Balitska.
De verdachte werd aangehouden omdat hij tegenstrijdige verklaringen aflegde.
Begin 2020 werd bekend dat Het Openbaar Ministerie hem verdenkt van moord dan wel doodslag. Hij heeft de Nederlandse nationaliteit, maar geen vaste woon- of verblijfplaats.
Zijn wagen - een donkere Mercedes, duur model - had Duitse kentekenplaten en E. zelf een strafblad voor onder meer geweldsdelicten.
En begin april 2020 maakte het OM bekend dat E. ervan verdacht wordt de vrouw te hebben doodgestoken en vervolgens de Maas in te zijn gereden.
Sectie wees uit dat Irina Balitska twintig keer gestoken was; zes steekwonden waren ieder op zich fataal.
Advocaat Moszcowicz stelde dat Irina Balitska begonnen was. Zij zou E. hebben gestoken en toen zou E. zich hebben verdedigd. Daarbij zou hij de controle over het stuur verloren zijn.
De zaak moet inhoudelijk nog behandeld worden. En E. mag intussen niet naar huis.
Het Openbaar Ministerie eiste uiteindelijk 10 jaar en tbs.
Voor doodslag.
De rechtbank veroordeelde hem tot 8 jaar en tbs. Weliswaar was 10 jaar passend geweest in vergelijking met vergelijkbare zaken, maar E. was verminderd toerekeningsvatbaar ten tijde van de moord.
In hoger beroep eiste het OM 16 jaar en tbs.
Nu voor moord.
Maar dat achtte het hof niet bewezen en veroordeelde E. wegens doodslag tot 7,5 jaar en tbs.
Met dwangverpleging.
Het hof had 8 jaar cel willen opleggen, maar omdat het hoger beroep te lang duurde kreeg E. korting.