Omwonenden hoorden die eerste paasdag rond 21.30 uur gegil, agenten troffen de 68-jarige Rinia Carlien Hazra Chitanie (1951 te Paramaribo) op straat aan in een plas bloed.
Het slachtoffer - ze had als arts bij Defensie gewerkt - was zwaar mishandeld. Familieleden herkenden de vrouw niet toen ze haar in het ziekenhuis bezochten.
Mevrouw Chitanie raakte in coma en is daar niet meer uit ontwaakt. Ze overleed op 10 juni; de kansen op herstel waren nul.
Dat was de tweede keer korte tijd dat haar leven werd beëindigd.
Omwonenden hadden gezien dat een man met veel agressie op haar intrapte. Hij kon in de buurt worden aangehouden: Huruy G. uit Eritrea. Hij bekende mevrouw Chitanie mishandeld en verkracht te hebben.
Hij was statushouder. Dat wil zeggen: een asielzoeker erkend als vluchteling en legaal in het land. Statushouders mogen werken, maar hij had ook een opleiding kunnen volgen.
Volgens zijn advocaat woonde hij al een jaar of vijf in Nederland en had hij psychische problemen. Tegenover Het Parool verklaarde de advocaat: 'Het feit dat het onderaan een flat en midden op straat is gebeurd, toont al dat mijn cliënt psychiatrische problemen heeft.'
Getuigen meldden overigens dat de dader onder een laken werd afgevoerd. Mogelijk was hij dus ongekleed.
Tijdens een pro forma-zitting werd duidelijk dat de verdachte voor de moord al gedurende een jaar was behandeld bij Arkin, een kliniek voor geestelijke gezondheid.
Hij kwam toen lachend de rechtszaal binnen en vroeg of hij mocht roken.
Hij had ook een alcoholprobleem. Na vier bier had hij al geen controle meer over zichzelf.
Tijdens de rechtszaak zelf werd duidelijk dat het Openbaar Ministerie G. verdacht van moord. Eerder die avond zou hij ook al iemand hebben bedreigd met de dood.
En dat was al niet de eerste gewelddadigheid.
Ook werd duidelijk dat G. drugs gebruikte, vooral cannabis. In combinatie met alcohol bij hem dodelijk.
De verkrachting van het slachtoffer was de eerste keer dat hij seks had met een vrouw.
Het Openbaar Ministerie eiste 7 jaar en tbs met dwangverpleging. De rechtbank veroordeelde hem tot 6 jaar en tbs met dwangverpleging. Wegens verkrachting, mishandeling en doodslag.
In hoger beroep eiste het OM 6 jaar en tbs. Uitspraak 19 januari 2020.