De steekpartij vond vermoedelijk vrijdagavond laat plaats, mogelijk in het begin van de nacht. In ieder geval werd kort na 1.00 uur de politie gewaarschuwd.
Het slachtoffer werd nog gereanimeerd, maar overleed in het ziekenhuis. Het was de 64-jarige bewoner van het pand, Hans Jager. Hij lag in de betegelde tuin. Zijn echtgenote Lamberta de V. werd aangehouden.
Het stel maakte volgens buren geciteerd op destentor.nl vroeger veel heisa, maar de laatste jaren viel het mee. De woning stond te koop. Op de foto de echtelijke sponde. Hieronder de betegelde tuin:
De vrouw ontkende, maar de bewijzen tegen haar stapelden zich op. Toen ze de hulpdiensten belde meldde ze dat haar man was neergestoken, maar zelfs het ambulancepersoneel zag de steekwond niet onmiddellijk.
Hoe wist ze dat?
In ieder geval had ze de schijn tegen. Een wijkagent had met eigen ogen gezien dat ze haar man al eens met een mes in haar hand achterna had gezeten. Buren bevestigden dat ze gewelddadig was.
Haar zoon was er in ieder geval van overtuigd dat zijn moeder zijn vader had vermoord.
Het Openbaar Ministerie eiste 10 jaar. Niet alleen voor doodslag, maar ook voor mishandeling en beroving. Lamberta zou haar man jaren hebben mishandeld.
Collega's van de man zagen hem regelmatig met blauwe plekken en snijwonden.
De man stuurde uiteindelijk foto's van zichzelf en van de 'stuk of veertien' brillen die zij had vernield naar hun zoon, maar die greep niet in - tot zijn eigen spijt, zei hij tijdens de zitting.
Maar hij woonde niet in Nederland.
De vrouw was verder uit op zijn geld, in die zin dat hij alles moest betalen. Zijn rekening was geheel leeg. Zij had duizenden euro's op de hare. En 30.000 in een koekblik.
Lamberta ontkende alles. Dat een agent haar eens met een mes in haar hand op straat had zien lopen, kon ze zich niet herinneren.
Op geld belust? Welnee, ze spaarde.
En ze werd vrijgesproken. Maar toch vooral omdat het onderzoek niet perfect was. Zelfs niet voldoende.
Waar politie en justitie weinig aan konden doen: op camerabeelden van beveiligingscamera's was niet te zien dat verdachte en slachtoffer tegelijk in de woning waren en er geen derden in de woning waren.
De beelden waren domweg te vaag.
Een fout was het verzuim van de politie de messen die in huis waren te laten onderzoeken door het NFI.
Het moordwapen werd (dus) niet gevonden.
Ook de slijmerige substantie op een handdoek die vlak bij de woning was gevonden en die als dweil diende werd niet onderzocht.
Geen idee of dat spul met de moord van doen had, maar als je iets niet onderzoekt kun je het ook niet uitsluiten.
En politie en justitie stelden ten onrechte dat De V. in een gesprek in de gevangenis had bekend. Ten onrechte, want er was geen bewijs dat ze inderdaad had bekend.
Daarvoor was de opname niet helder genoeg...
Maar in hoger beroep kreeg ze 8 jaar en 6 maanden.
Niet in de laatste plaats door een getuigenis van de zoon van het stel. Hij verklaarde dat Lamberta tijdens een gesprek in de Penitentiaire Inrichting tegen hem had gezegd: 'Ik heb hem vermoord. Maar ik ben 66. Ze geven me niet zo lang.'
Dat gesprek was opgenomen en ook in eerste aanleg gebruikt als bewijs, maar toen niet goed te verstaan.
Nu wel.
Het moordwapen bleef zoek, maar die doek met slijm die vlak bij de woning was gevonden werd nog eens onderzocht. Het hof stelde vast dat er dna van het slachtoffer én van Lamberta op zat en dat zij die doek had gedumpt.
En ook het hof ziet in het dossier geen aanknopingspunten voor een andere dader dan Lamberta.
Ze heeft al cassatie aangevraagd.