De 49-jarige Temel Kobya (geboren in Vakfihebir, Turkije) werd achter in de fietsenzaak aan de kant van de Karel Klinkenbergstraat door zijn zoon gevonden, nadat hij zwaargewond zelf die zoon had gebeld. Hij had steekwonden in de borst.
Na enige tijd hield de politie een verdachte aan, de 37-jarige man Irfan E. uit Amsterdam-West. Hij werd in 1978 in Amsterdam geboren uit Turkse ouders en groeide op in Osdorp.
Mogelijk is E. een recidivist. Hij zou volgens justitie eerder geprobeerd iemand in De Rijp bij Alkmaar dood te slaan, maar dat slachtoffer overleefde de aanval.
In augustus 2016 maakte het Openbaar Ministerie tijdens een pro forma-zitting bekend dat een buurman van E. hem die dag met bebloede kleding thuis had zien komen en dat E. de moord tegenover zijn buurman had bekend.
Die buurman verklaarde verder dat E. hem had verteld dat hij - Irfan E. - 1250 euro buit had gemaakt.
E. ontkende en bleef ontkennen. Ook nadat zijn dna op de stofjas, pet en onder de vingernagels van het slachtoffer was gevonden. E. had daar geen logische verklaring voor.
Zoals er sowieso weinig logica in zijn verklaringen zat.
Zijn advocaat meldde toen maar dat zijn cliƫnt het slachtoffer enkele weken voor diens dood een hand had gegeven en er zo dna van hem op het slachtoffer terecht was gekomen. En omdat het slachtoffer zich niet zo vaak waste, zat dat dna er nog steeds op.
In december 2017 tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak kwam het Openbaar Ministerie met een nieuwe getuige. E. zou ook aan een celgenoot hebben bekend, zelfs dat hij vooraf had besloten Kobya dood te steken.
Met voorbedachte raad, dus.
Volgens buurtbewoners was het slachtoffer sinds enkele jaren eigenaar van de zaak. 'Het was een hele aardige man. Hij zei altijd gedag. Een eerlijke zaak hoor. En redelijk druk.'
Het Openbaar Ministerie eiste 25 jaar cel, voor de moord op Koya en voor de andere feiten.
De rechtbank achtte voorbedachte raad niet bewezen en veroordeelde E. tot 20 jaar (hij werd ook schuldig bevonden aan de eerdere poging iemand met een hamer dood te slaan).
In hoger beroep ontkende E. opnieuw en eiste het OM weer 25 jaar. En weer voor moord, opnieuw inclusief andere feiten. Nu kreeg E. 21 jaar en 6 maanden.
Eigenlijk had het gerechtshof 22 jaar willen opleggen, maar omdat de rechtszaak lang had geduurd kreeg E. een halfjaar korting.