De steekpartij vond plaats rond 20.00 uur plaats in een woning.
Het slachtoffer was de bewoonster van het huis, Wilma.
De politie hield vrijwel meteen de 28-jarige Thijs ter H. aan, haar zoon.
De Varviksingel werd tussen de Perikweg en de Kuipersdijk tot plaats delict verklaard, wat deed vermoeden dat de dader de woning na de moord had verlaten en dus mogelijk het moordwapen buiten had weggegooid.
De politie kon zijn spoor aan het vele bloed volgen, van de Varviksingel naar zijn woning aan het Baurichter, een straat 500 meter van het moordpand verwijderd.
Het bloed zat onder meer aan de deur van een buurman van zijn moeder (gelukkig de man was niet thuis), aan auto's onderweg en aan een lantaarnpaal vlak bij zijn woning.
Alsof hij zijn handen eraan af had geveegd.
En ook op het trottoir voor zijn woning lag bloed.
Hij vocht tegen psychoses.
Zijn moeder - ze werkte bij een zorginstelling met cliënten met een niet-aangeboren hersenletsel - had in de middag van die fatale dag al met hulpinstanties gebeld.
RTV Oost maakte een portret van Thijs.
Tijdens de zitting bleek (nog eens) dat Thijs ter H. al eerder psychoses had.
De eerste kreeg hij als gevolg van ondervonden stress naar aanleiding van een stedentrip in 2014 naar Valencia met medestudenten.
De vierde kostte zijn moeder het leven. Hij stak haar met zeventien messteken dood.
Het OM eiste tbs met dwangverpleging. De rechtbank veroordeelde conform.
