De 35-jarige Jergé Hoefdraad werd rond 6.00 uur getroffen door een kogel in zijn achterhoofd toen hij tijdens een illegaal feest in een bedrijfspand boven een kringloopwinkel een ruzie wilde sussen.
Jergé Revellino Hoefdraad (1986) was een oud-profvoetbaler die zijn carrière bij Ajax begon en in het seizoen 2021-2022 zou uitkomen voor de Amsterdamse amateurclub ASC De Volewijckers.
Hij was die avond met familieleden op dat feest, een zogenaamd Kaboela-feest.
De vlam sloeg in de pan toen een man tegen de wil van een vrouw tegen haar aan begon te schuren. Beiden behoorden overigens tot de familie Hoefdraad.
De ruzie die daarop ontstond, werd nog gesust. Maar laaide later weer op.
En toen kwam Robin R. (34) met getrokken vuurwapen aanlopen. Hij was geen lid van de familie Hoefdraad.
Jergé Hoefdraad wilde de boel opnieuw sussen, maar kreeg dus een kogel in zijn hoofd. Hij werd zwaargewond afgevoerd naar het ziekenhuis, waar hij een paar dagen later overleed.
De advocaat van R. had een opmerkelijke uitleg van het gebeurde: 'Een groot ongeluk.'
Om te beginnen: het vuurwapen was niet van R. Hij zou het die avond in bewaring hebben genomen voor iemand.
Een vriend.
Omdat het tijdens die tweede ruzie uit zijn broekzak dreigde te vallen, nam hij het ter hand.
En toen werd hij door iemand achterover getrokken. Daarbij ging het af.
Een groot ongeluk.
Tijdens de zitting bleek dat R, twee keer had geschoten. Een nog groter ongeluk, dus. De kogel die Hoefdraad dodelijk trof werd niet teruggevonden.
Ramon R. hield vol dat hij niet opzettelijk had gevuurd.
'Mensen zeggen dat ik bewust zou hebben geschoten, om meisjes of om drugs. Daar is allemaal niets van waar. Ik denk dat ik per ongeluk de trekker heb overgehaald. Het is niet dat ik mezelf probeerde te verdedigen.'
Zo hoorde Telegraafverslaggever Saskia Belleman hem zeggen.
Ook hoorde zij dat R. zijn excuses aan de (aanwezige) nabestaanden aanbood. 'Dat is makkelijk gezegd, maar ik doe het toch.'
'Geef mij de straf die ik verdien.'
Als het aan het Openbaar Ministerie ligt, wordt dat 8 jaar voor doodslag.
Maar de rechtbank achtte alleen dood door schuld bewezen: roekeloos handelen. R. had dus niet de intentie Hoefdraad te doden.
Althans, die intentie kon niet worden bewezen.
We hebben zo'n vermoeden dat het OM in hoger beroep gaat. Daarom blijft deze zaak nog even op deze site staan.