Rond 16.00 uur kreeg de politie melding van een overval en trof in een woning bij Bed & Breafast In d'n Boogert het lichaam van de eigenaar van de B&B aan, Henk van den Oetelaar (73).
Het slachtoffer was kort daarvoor vastgebonden op een stoel aangetroffen door een familielid.
Op 11 maart 2021 hield de politie twee mannen uit Litouwen aan: Tomas V. (36) en Ignaz P. (39), de eerste in een woning in Voorburg, de tweede in Dordrecht.
Beiden hadden geen vaste woon- of verblijfplaats.
Eind mei 2021 werd een derde Litouwer aangehouden: Andrius G. Hij was inmiddels 33.
Tijdens een pro forma-zitting werd duidelijk dat de drie - onder invloed van drank en drugs - op zoek waren naar geld.
Het Openbaar Ministerie ging ervan uit dat het idee voor de beroving van Ignaz P. kwam.
Die bekende in de B&B te zijn geweest ten tijde van de moord, maar stelde dat hij alleen een fles wijn had gestolen.
Volgens zijn advocaat was er overigens geen sprake van moord of doodslag.
'Daar is geen plan voor gemaakt. Anders zouden er wapens zijn meegenomen naar Boxtel. Dit is een schoolvoorbeeld van diefstal met geweld de dood ten gevolgen hebbende.'
Weinig overtuigend.
Ignaz P. vroeg de rechtbank hem vrij te laten tot de inhoudelijke behandeling, want hij had schulden en zijn gezin had hem (dus) nodig.
Nee, dat mocht niet.
Tomas V. vroeg hetzelfde.
Nee, ook hij niet.
Tijdens een tweede pro forma-zitting vroeg Ignaz P. weer om naar huis te mogen. Het argument was nu dat hij verschillende ziektes had en die waren in de gevangenis alleen maar verergerd.
Neen.
Voor Andrius G. was die tweede pro forma-zitting de eerste. Zijn advocaat vroeg niet of hij naar huis mocht.
Tijdens de inhoudelijke behandeling werd duidelijk dat een van de drie Litouwers eerder in de B&B had gelogeerd. Omdat contante betaling gevraagd of geaccepteerd werd, dacht hij dat er veel cash te halen viel.
En dus kwamen ze met z'n drieën terug, vanuit Duitsland. Ze belden aan en twee van hen pakten eigenaar Henk van den Oetelaar vast en sleepten hem de woonkamer in.
Daar bonden ze hem vast.
Het volgende uur doorzochten ze de woning. Van tijd tot tijd sloegen en schopten ze Van den Oetelaar om hem te laten vertellen waar het geld was. Tussendoor werd zijn mond afgeplakt.
Ze gingen er vandoor met geld en wijn.
Van den Oetelaar overleed aan de gevolgen van 'veel en complexe breuken' van onder meer de ribben, die ook nog eens een klaplong tot gevolg hadden.
De rechtbank veroordeelde de drie tot 15 jaar ieder.
De rechters waren het eens met de advocaten van de drie, die hadden gesteld dat ze de dood van Van de Oetelaar niet hadden gewild.
Maar niet met het vervolg van hun redenering: dat de drie dus moesten worden vrijgesproken van (gekwalificeerde) doodslag. Dat het hooguit diefstal met geweld de dood ten gevolge hebbend, was.
Maar de rechtbank oordeelde ook dat de drie extreem geweld hadden toegepast en dat ze de telefoon van Van den Oetelaar bewust hadden vernield, zodat hij geen hulp kon inroepen.
Het slachtoffer zo achterlaten hield volgens de rechtbank in dat zijn dood was ingecalculeerd.
