Cold Case: Anna Zentveld

Datum
maandag 31 december 1956
Adres
Oudezijds Achterburgwal 60-H
Plaats
Amsterdam

Uit de meldingsrapporten van de Amsterdamse politie:

'Op 31-12-’56 om plm. 1.45 uur werd in perceel O.Z. Achterburgwal 60 het lijk aangetroffen van Anna ZENTVELD, geb. A’dam, 7-6-’23, publieke vrouw, aldaar gewoond hebbende. De vrouw lag in een deken gewikkeld op de divan. Dr. Damsma van de G.G. en G.D. constateerde, dat de vrouw door wurging om het leven was gebracht.

Het slachtoffer werd Chinese Annie genoemd. Elke prostituee had een werknaam, bestaande uit haar roepnaam en een fysiek of karakterologisch kenmerk. Zentveld was in Nederland geboren, maar had een Chinees uiterlijk. 

Vandaar.

Haar moeder zat trouwens ook in het vak. Vandaar.

Maar wie had haar vermoord? 

Haar collega Kleine Annie, die in het kamertje onder Chinese Annie werkte, vertelde dat ze bij Chinese Annie was toen een Amerikaan binnenstapte.

Een vriendelijke man, meende Kleine Annie, maar hij dacht dat je een prostituee kon betalen met traveller cheques. Chinese Annie had hem aangeraden die eerst maar eens in te wisselen.

Om 0.45 uur had Kleine Annie haar nog een keer gesproken, dat wil zeggen: ze had dwars door de deur een vraag gesteld en die had ze beantwoord. 

Kleine Annie hoorde toen dat er iemand op de kamer van Chinese Annie was, met wie ze Nederlands sprak. Maar wie dat was kon ze niet zeggen, ook niet waar ze over hadden gepraat. 

Om 1.30 uur kreeg Kleine Annie een klant. Toen ze opstond om hem binnen te laten zag ze de Amerikaanse soldaat weer. Hij stond aan de deur van de peeskamer van Chinese Annie te morrelen, hoewel de gordijnen dicht waren. 

Kleine Annie riep dat Chinese Annie ‘business’ had en dat hij later maar moest terugkomen. Zelf ging ze haar klant ‘afhelpen’ en toen ze haar gordijnen weer openschoof zag ze overal politie. Dat was om 1.45 uur.

Chinese Annie was gevonden door Trees, die de deur van haar peeskamer open had zien staan en naar binnen was gelopen. Ze zag haar bewegingsloos op het bed liggen; toen ze dichterbij kwam zag ze de bloeduitstortingen aan haar hals. 

De patholoog-anatoom had later alle letters van het alfabet nodig om ze te kunnen onderscheiden. Ze was in een kleed gewikkeld, maar overigens geheel naakt.

Het lukte de recherche van bureau Warmoesstraat de Amerikaanse soldaat op te sporen. Deze verklaarde dat hij inderdaad de trap naar de peeskamer van Chinese Annie was opgelopen en aan de deur had staan morrelen, maar dat de deur afgesloten was. 

Daarom liep hij de trap weer af en door naar de brug een paar meter verderop. Daar wachtte vijf, hooguit tien minuten. Niemand verliet volgens hem in die tijd het pand. Vervolgens maakte hij een rondje over de gracht. Toen hij bij de peeskamer terugkeerde was er een oploopje voor het pand. 

Nee, hij had haar niet vermoord.

De recherche geloofde hem, al was het maar omdat Kleine Annie bevestigde dat de deur van de peeskamer inderdaad afgesloten was toen de Amerikaan eraan morrelde – en die deur kon alleen aan de binnenkant worden afgesloten. 

Bovendien was Chinese Annie toen (1.30 uur) al dood. Sectie wees uit dat ze vermoedelijk kort na 0.45 uur werd vermoord, kort nadat Kleine Annie haar Nederlands met iemand had horen praten. 

De moordenaar moest dus nog lang na de moord in de peeskamer zijn gebleven en het pand hebben verlaten in de korte tijd dat de Amerikaan zijn rondje maakte.

De politie hoorde Kathinka, die op 62 achter het raam zat. Zij was een goede vriendin van Chinese Annie. Als een van beiden een klant had die graag twee vrouwen wilde, haalde ze de ander er bij.

Beiden waren volgens Trees Colauto ook sadistisch aangelegd, maar dat waren er in de buurt wel meer. 

In ieder geval vond Trees het merkwaardig dat Kathinka niet naar de kamer van Chinese Annie ging toen het daar wemelde van de politie, terwijl ze door iedereen juist werd omschreven als een sensatiebak. 

Nee, ze bleef voor haar eigen peeskamer staan en klopte een kleedje uit. Je vriendin is vermoord en je blijft ‘heel rustig’ een kleedje uitkloppen… Dat begreep Trees niet. ‘Ze vroeg niet eens wat er aan de hand was.’

Maar goed, wat zei dat? Kathinka ging ook met een taart naar Artis als de Orang Oetang jarig was – en dat begreep Trees evenmin.

Of had Kathinka iemand gezien? Iemand die ze kende? Iemand die ze vreesde? 

Manke Toon? 

Ook die was sadistisch, wist Trees te melden. Maar dat was Wimpie Wagenaar ook, de vriend van Chinese Annie. 

Met de laatste twee zijn ook meteen de belangrijkste verdachten genoemd die de politie in het oog kreeg en hield: Wimpie Wagenaar en Manke Toon.

Willem Wagenaar was kelner. Officieel woonde hij nog bij zijn ouders op de Zeedijk boven bardancing Casablanca, maar hij had een kamer op de Geldersekade. De 20-jarige Wagenaar was sinds enkele weken ‘zeer goed bevriend’ met Chinese Annie, vriendschap die volgens hem werd beantwoord. Zij overnachtte regelmatig op zijn kamer en hij bezocht haar op de Achterburgwal 60.

Die avond was hij met de bokser Richard Kool (25) op stap. Ze besloten naar Kathinka te gaan; Chinese Annie was namelijk niet de enige prostituee die Wagenaar kende.

Een geval apart, die Kathinka: ze hield erg van geweld. Zo bezocht ze met enige regelmaat bokswedstrijden. Na een van die wedstrijden was ze al eens aan Richard Kool voorgesteld en Wagenaar dacht: als Kathinka van boksen houdt, houdt ze misschien ook wel van boksers. 

Rond de klok van elf uur die avond stapten Wagenaar en Kool haar peeskamer binnen. Even later kwam ook Chinese Annie langs. Kathinka zette koffie en Wagenaar en Kool aten – zoals Kool het later tegenover de recherche formuleerde – een sneetje brood.

Korte tijd later vertrokken Wagenaar en Chinese Annie naar de peeskamer van de laatste, in de verwachting dat Kool nog wel even met Kathinka alleen zou willen zijn. 

Maar de bokser had kennelijk andere gedachten, want al na een minuut meldde hij zich op de peeskamer van Chinese Annie.

Nog voor middernacht verlieten Wagenaar en Kool Chinese Annie. Ze liepen naar de Zeedijk, waar Wagenaar in Little Mexico – een animeertent – prompt ruzie kreeg met Coen Rensel, die hen niet wilde tappen. 

De zaak was weliswaar nog open, vermoedelijk had Rensel geen zin Wagenaar te tappen omdat Wagenaar ‘een affaire’ had gehad met een van de ‘serveersters’ – en die was toevallig de aanstaande bruid van Rensel. De dame in kwestie ging Wagenaar met een asbak te lijf en Wagenaar gaf Rensel een kopstoot, zoals dat gaat.

Wagenaar en Kool besloten daarop naar het Rembrandtplein te gaan. Om ongeveer 0.45 uur (het tijdstip waarop Chinese Annie op haar kamer met iemand praatte) betraden ze club St. Germain des Pres, de zaak van variétéartiest Tom ‘Dorus’ Manders. 

Wagenaar had kort geleden meegewerkt aan een televisieoptreden van Dorus en kreeg daarvoor nog 40 gulden. Om 1.30 uur gingen naar Broodje van Kootje en vervolgens naar Place Pigalle, ook op het Rembrandtplein. 

Toen ze daar weggingen was de muziek al gestopt; de band stopte altijd om 1.45 uur. Op dat moment was Chinese Anne al gevonden. Tegen 2.30 uur reden ze de Achterburgwal op, waar het druk was.

Voor de recherche was Wagenaar desalniettemin verdachte. Het gerucht ging namelijk dat Chinese Annie op 26 december – vier dagen voor haar dood – de relatie had beëindigd.

Dat laatste ontkende Wagenaar – en zijn alibi leek waterdicht. Zijn vriend Kool verklaarde dat hij Wagenaar die nacht niet uit het oog had verloren.

Maar er waren er die Wagenaar niet geloofden. Toen de recherche Kathinka met dit sterke alibi confronteerde, gaf ze de indruk meer te weten dan ze losliet en maakte ze Wagenaar verdacht. Bewijzen had ze evenwel niet. 

Wilde ze de recherche in de verkeerde richting sturen?

Haar eigen verklaring daarentegen, deed menig wenkbrauw fronsen. Op de vraag wanneer ze had vernomen dat Chinese Annie was vermoord, zei ze: de volgende dag. 

Ze had al die politieagenten wel gezien, maar had haar kleedje uitgeklopt en was gaan slapen. Pas de volgende ochtend had iemand haar verteld dat haar vriendin Chinese Annie was vermoord.

Tegelijkertijd richtte de recherche zich op Manke Toon.

Die verklaarde dat hij Chinese Annie al sinds haar zeventiende kende en dat ze sinds drie jaar een intieme relatie hadden. Maar de laatste zes weken was het mis, zei hij – en dat kwam allemaal door die Wagenaar, dat ‘brochtertje’ (lulletje).

De politie hoorde vrouwen uit de omgeving van Manke Toon. Hij zou vaker vrouwen naar de keel hebben gegrepen, waarbij hij dan riep: ‘Ik ga je vermoorden.’ 

De oordelen varieerden van ‘slecht, zeer slecht’ tot ronduit pervers. 

Het kwam de recherche ook ter ore dat Manke Toon had geroepen dat hij zich niet door die Wagenaar, die ‘swing-nozem’ aan de kant liet zetten.

Manke Toon werd op 23 november 1907 te Hilversum geboren als Antonius Kuijper. Hij liep al mank sinds 1928 en ook zijn strafblad dateert van voor de Tweede Wereldoorlog. 

Hij was in de jaren dertig souteneur en gokker, tijdens de oorlog werkte hij voor de bezetter en na de oorlog handelde hij in ‘oud goud en zilver’, zoals hij het zelf omschreef. 

Met 'oud' bedoelde hij gestolen. 

Overigens handelde hij vermoedelijk ook al tijdens de oorlog in goud en zilver, maar dan goud en zilver gejat van Joden.

Manke Toon was getrouwd met Berendina Dieters, een prostituee die een tijdje gewerkt op het adres Oudezijds Achterburgwal 56. In januari 1949 liet Dieters zich van hem scheiden; Manke Toon schreef zich in op het adres Spuistraat 95-1, bij zijn goede vriend Joop Janssen – ook een souteneur. 

Het pand was een bordeel.

Kort daarop kreeg Manke Toon een relatie met Chinese Annie, maar hij was niet de enige met zij een relatie had. Ze had diverse relaties, vaak tegelijk: met een Zweedse zeekapitein, een dokter genaamd Heijn, een musicus die op Schiphol speelde en een Javaan die haar elke maand 350 gulden stuurde – tot hij ontdekte dat ze niet uit het leven was gestapt, zoals ze had beloofd.

Sinds een paar weken had ze weer een nieuwe vriend, Wimpie Wagenaar. 

Manke Toon had er op aangedrongen die relatie te beëindigen en op 26 december 1956 had ze dat ook gedaan, vertelde Manke Toon de recherche. 

Dus had hij geen reden (meer) haar te vermoorden. Bovendien was hij thuis toen Chinese Annie werd vermoord, iets wat souteneur Joop Janssen kon bevestigen – en bevestigde.

Volgens Manke Toon was Chinese Annie die avond bij hem en Joop Janssen en verliet ze tegen half negen de woning. Ze liet zich per taxi naar de Oudezijds Achterburgwal brengen. 

Aan het einde van de avond verliet ook Manke Toon de Spuistraat. Hij had zijn wagen – een Chevrolet Bell Air – op de Stadhouderskade staan en wilde die ophalen, om 0.30 uur was hij weer terug in de Spuistraat.

Vrijwel meteen na binnenkomst belde Manke Toon Chinese Annie. Ze klonk sufferig en op de achtergrond hoorde hij smoezen, maar volgens haar was dat de radio. 

Manke Toon werd kwaad en gooide de haak erop. Tien minuten later belde hij haar opnieuw en weer hoorde hij smoezen. Hij zei dat hij naar haar toe zou komen. 

‘Iets’ weerhield hem echter en dus belde hij ten derde male, maar nu kreeg hij geen verbinding. Hij concludeerde dat ze de stekker eruit had gehaald en besloot definitief niet naar haar toe te gaan.

Om 3.00 uur werd er in de Spuistraat aangebeld. Joop Janssen en Manke Toon waren nog wakker. Voor de deur stonden twee mannen. 

Janssen kende de mannen niet en ook Manke Toon verklaarde later dat hij de twee nog nooit eerder had gezien. Ze hadden slecht nieuws, die twee grote onbekenden: Chinese Annie was vermoord, gewurgd. 

Manke Toon ging onmiddellijk naar de Oudezijds Achterburgwal, maar politieagenten zouden hem de toegang tot de peeskamer hebben geweigerd.

Maar klopte dat wel? 

Dat Joop Janssen naar de Achterburgwal is gegaan, stond vast. Agenten verklaarden dat ze hem voor de deur van het peeskamertje hadden zien staan. 

Ze verklaarden ook dat ze Manke Toon niet hadden gezien, laat staan dat ze hem hadden verboden het peeskamertje binnen te gaan.

Bovendien verklaarden die agenten dat Wimpie Wagenaar had gezegd dat Manke Toon gebeld moest worden en dat Joop Janssen had geantwoord: ja, dat moet.

Manke Toon loog dus en werd gearresteerd, maar moest weer worden vrijgelaten. Er was geen technisch bewijs.

Uit frustratie dat de moord niet kon worden opgelost, schreef rechercheur van politie A.C. Baantjer in 1967 de roman De moord op Anna Bentveld. 

In dat boek heeft souteneur Mooie Bertus het gedaan.

Een jaar later - en dus 10 jaar na de moord - stapte een prostituee naar de politie die op de bewuste avond had getippeld in de Spuistraat, waar ze toen in het huis van Joop Janssen een kamer had. 

Ze verklaarde dat Manke Toon helemaal niet thuis was toen Chinese Annie werd vermoord. Hij zou pas ná 01.00 uur zijn thuisgekomen. 

Bovendien zou Joop Janssen andere prostituees in het pand gedwongen hebben een valse verklaring af te leggen. 

Maar Manke Toon bleef ontkennen.

 1,4
KNMI Schiphol – 31-12-1956

Bijgewerkt: 08-01-2024 15:24

Reacties (0)

Log in om te reageren