De koffer – 72 bij 23 bij 46 cm – werd door kinderen gevonden en er kwam een ondragelijke stank uit.
Plus een romp.
Drie dagen eerder had een vrouw een hoofd zien drijven, maar ze had gedacht dat die van een pop was.
De romp behoorde toe aan de Japanner Yutaka Kameda (33), wonende te Brussel.
Daar was hij ook vermoord, maar de Belgen verprutsten het technisch onderzoek in zijn woning. Zo was het slachtoffer in de badkuip in stukken gesneden, maar werd de afvoer van de badkuip niet op bloed en lichaamsresten onderzocht.
De zaak liep helemaal dood toen de de enige verdachte – een landgenoot van het slachtoffer – zelfmoord pleegde door met zijn NSU-personenauto tegen de pilaar van een brug te rijden.
Deze koffermoord was een van de frustraties van rechercheur Appie Baantjer die hem deden besluiten fictie te gaan schrijven. In zijn romans werd de moord altijd opgelost.