Café-eigenaar Lian Boel (52) werd op dinsdagavond gevonden.
Een 46-jarige man die ook in de woning was, werd aangehouden: Michael L. Hij was de ex-schoonzoon van het slachtoffer.
Lian Boel was eigenaar en barman van 't Smitje in Maassluis, naast de Wethouder Smithal. Hij was naar de woning van L. gegaan om spullen van zijn dochter op te halen.
Bij zijn aanhouding was L. onwel, hij werd per ziekenwagen naar het ziekenhuis gebracht.
De advocaat van de verdachte stelde dat de doodsoorzaak niet kon worden vastgesteld. En verder dat Boel en zijn cliënt ruzie hadden, maar dat de dood van Boel een ongeluk was. Boel zou van een bed zijn gevallen en L. bovenop hem.
Misschien wel met zijn ellenboog op de hals van het slachtoffer. Mogelijk was daarbij diens tongbeen gebroken.
Maar in plaats van hulp te halen nam de verdachte pillen in en ging in foetushouding op bed liggen. Vandaar dat hij naar het ziekenhuis moest worden gebracht.
Bovendien sprak het sectierapport van 'samentrekkend en omsnoerend geweld' - en dat zou kunnen duiden op wurging.
Maar het NFI kon daarentegen geen dna op de nek en hals alsmede de ketting van het slachtoffer vinden - en dat zou erop kunnen duiden dat de verdachte inderdaad op het slachtoffer was gevallen.
En dan had Boel ook nog eens een vergroot hart en hartritmestoornissen.
Dat de verdachte daarna pillen innam en op bed ging liggen, was volgens zijn advocaat misschien 'niet de meest passende reactie'.
'Maar hij was in paniek.'
Het Openbaar Ministerie eiste 8 jaar cel.
De officier was niet heel overtuigend toen hij zei dat hij niet geloofde dat Michael L. op het slachtoffer was gevallen. Hij vond het 'waarschijnlijker' dat het letsel op de hals van Boel was ontstaan door samendrukkend geweld.
De rechtbank zag in dat geweld wurging en veroordeelde L. tot 10 jaar.
Twee jaar meer dus dan het OM had gevraagd. Volgens de rechtbank is 10 jaar tegenwoordig een standaard straf voor doodslag als er geen verlichtende omstandigheden zijn.
De advocaat verklaarde nog op de dag van de uitspraak dat L. in hoger beroep zou gaan. L. wil de dochter van het slachtoffer (zijn ex dus) namelijk bewijzen dat hij haar vader niet heeft vermoord.
In dat hoger beroep eiste het OM 10 jaar.
De advocaat van L. gaf een hoorcollege tongbeenbreken. Hij betoogde (opnieuw) dat L. mogelijk met zijn ellenboog op het tongbeen van het slachtoffer was gevallen.
Dat ding is namelijk het enige bot in het lichaam dat niet vast zit en nogal breekbaar. Kortom: geen opzet, maar een ongeluk.
Uitspraak: conform. Voor doodslag.