Milica van Doorn werd in 1992 verkracht, doodgestoken en gedumpt in het water vlak bij de St. Jozef kerk aan de Veldbloemenstraat in Zaandam, waar ze de volgende dag werd gevonden door pastoor van de kerk.
De avond ervoor had ze een feest gehad en wilde met de bus terug. Maar de dienstregeling was vanwege Pinksteren anders dan ze dacht: de laatste bus was al vertrokken.
Daarop liep ze van de Fluitekruidstraat naar huis. Maar daar kwam ze dus nooit aan.
De politie vond sperma.
Maar van wie? Een kwart eeuw bleef de moord onopgelost.
In 2017 hield de politie een zogenaamd dna-verwantschapsonderzoek, eerder succesvol toegepast in de moordzaken Andres Luten en Marianne Vaatstra.
133 mannen van Turkse afkomst werd gevraagd dna af te staan. Twee van hen weigerden.
Een van die twee was Huseyin A. (nu 47). Hij werd op 10 december 2017 's avonds opgepakt.
Hij heeft vier kinderen, de oudste is net zo oud als de zaak-Van Doorn.
A. beweerde een seksuele relatie met Milica te hebben gehad, maar het Openbaar Ministerie geloofde hem niet.
De rechtbank ook niet en veroordeelde hem tot 20 jaar. Sporen wezen uit dat Milica zich hevig had verzet.
Maar A. ging in hoger beroep.
In januari 2022 eiste het OM 19 jaar en 11 maanden. Dat is 20 jaar minus de vier weken die A. kreeg wegens mishandeling (die in mindering moest worden gebracht).
Overigens had A. geprobeerd zijn hoger beroep in trekken, wat vermoedelijk wel zeker te maken had met een wetswijzing.
Toen hij dat hoger beroep instelde kon hij namelijk nog vrijkomen na twee derde van zijn straf te hebben uitgezeten.
Na die wetswijziging kon hij hooguit nog twee jaar korting krijgen.
Het hof veroordeelde A. tot 19 jaar en 7 maanden. Een lagere straf dan de rechtbank hem oplegde. Maar effectief dus een hogere.
In juni 2022 overleed A. in de gevangenis.