Het slachtoffer was de 21-jarige Graciëla Gomes Rodrigues uit Vlaardingen. Ze was als vermist opgegeven en de politie vond haar die ochtend om 6.15 uur in een sloot langs de Krabbeplas.
De vrouw was die dag om 0.30 uur voor het laatst gezien, toen ze een vestiging van fastfoodrestaurant Kentucky Fried Chicken aan de Galvinistraat in Rotterdam-West verliet. Ze werkte daar als caissière. Op bewakingsbeelden is te zien dat ze het verplichte haarnetje nog op had.
Een paar dagen later vond de politie in en rond de Krabbeplas spullen van haar, waaronder een iPhone. Het toestel had een noodfunctie: waarschuwingen aan vooraf ingevoerde personen.
Het bleek dat Graciëla rond 1.50 uur - anderhalf uur nadat ze haar werk had verlaten - in een tijdsbestek van 10 minuten tien noodoproepen had verzonden aan haar oudste broer. Haar toestel gaf aan dat ze toen in de Schiedamse Minister Donkerstraat was.
Vlak voordat die berichtjes werden verstuurd, reed een auto de straat in: een grijze Seat Ibiza. Vijftig minuten later reed de wagen de straat weer uit. Het was toen 2.30 uur.
Om 03:10 uur verzond Graciëla opnieuw een noodoproep, weer aan haar broer. Dit keer vanaf de Krabbeplas in Vlaardingen.
Enkele uren later werd ze daar dood gevonden, in een slootje.
Zie hier hoe je de noodfunctie op je iPhone instelt.
Al vrij snel werd de 31-jarige Gilroy de J. aangehouden. In december 2017 kreeg hij in de rechtszaal klappen van bekenden van het slachtoffer. Ook zijn advocaat kreeg er enkele.
Na maanden van zwijgen meldde hij in april 2018 een verklaring te willen afleggen. In juni 2018 bleek dat een loze belofte.
In februari 2019 verklaarde hij dat het slachtoffer hem had willen steken en dat hij haar mes afpakte. Hij bekende vervolgens wel haar te hebben doodgestoken, met zestien messteken.
Maar niet met voorbedachte raad. 'In een waas.'
Probleem voor hem was dat hij het slachtoffer bij leven al met de dood had bedreigd en dat ze letterlijk doodsbang voor hem was.
Het Openbaar Ministerie eiste 14 jaar en tbs. Het werd 10 jaar en tbs. Voor moord. De rechtbank meende dat hij wel degelijk met voorbedachte raad had gehandeld.
