Op 8 december 2016 werd op de parkeerplaats van seksclub Boccaccio in Laren misdaadjournalist Martin Kok geliquideerd. Al eerder kwam deze club negatief in het nieuws: in 1987 werd de eigenaar vermoord.
Op donderdag 22 oktober 1987 reed de 57-jarige Jan Pafort met zijn zilvergrijze lease-Mercedes 500 het Korte Water in Osdorp in, de straat waar zijn gezin woonde. Een buurjongen zag hem aan komen rijden en uitstappen. Hij zag vervolgens hoe drie mannen Pafort onder bedreiging van vuurwapens dwongen weer in zijn auto te stappen.
De buurjongen waarschuwde daarop de zoon van Pafort, die onmiddellijk naar buiten stormde. Maar hij kon weinig tegen de drie mannen uitrichten: hij kreeg een vuurwapen op zich gericht en dook weg achter de heg. Toen hij weer op durfde te kijken, zag hij de Mercedes en een oud model Opel Kadett met hoge snelheid wegrijden.
De buren bleken later de ontvoerders al weken eerder bij de woning gezien te hebben. De kidnapping van Pafort was kennelijk goed voorbereid. Zo wisten de ontvoerders dat Pafort elke donderdag zijn ex bezocht.
De politie hulde zich in diep stilzwijgen over de ontvoering van Pafort, die eigenaar was van de ‘drukbezochte seksclub annex gokhuis Boccaccio in Laren’ (‘Zwemmen, sauna en relaxen m. charm. meisjes, discrete parking’) en mede-eigenaar van een seksclub in de Amsterdamse Spuistraat.
En hij zou eigenaar zijn geweest van club Karnak aan het Rokin en in drugs handelen.
‘We weten nog niet of het om een ontvoering gaat of dat de daders de man een lesje willen leren,’ aldus een woordvoerder van de politie. ‘Het slachtoffer is tenslotte eigenaar van een gokhuis.’
Eigen schuld, dikke bult – althans zo klonk het.
De Mercedes van Pafort werd de volgende dag teruggevonden, maar de man zelf zou weken zoek blijven. Beetje bij beetje gaf de politie de pers informatie over het slachtoffer.
Zo zou Pafort veel in het casino van het Hilton komen. Pafort zou de ontvoerders nog ‘een grote som geld’ schuldig zijn. Die schuld kon een gokschuld zijn, maar net zo goed een achterstand in de betaling van een partij harddrugs.
Dat laatste achtten vertegenwoordigers van de onderwereld desgevraagd zelfs heel waarschijnlijk; kennelijk waren de activiteiten van Pafort bekend bij politie en penoze.
De politie dacht niet dat er een verband was tussen deze ontvoering en die van de 45-jarige West-Duitse gokbaas Paul-Gerd Hertel, ook al een eigenaar van gokhuizen. Hertel werd op 22 maart 1986 ontvoerd en is sindsdien spoorloos.
Een paar dagen na de ontvoering was de politie ervan overtuigd dat Pafort nog in leven was, maar een liquidatie achtte ze toch niet waarschijnlijk. ‘Daarvoor ging het allemaal te openlijk. Als je iemand wilt liquideren, doe je dat toch anders,’ aldus de politie.
Dan hadden ze hem inderdaad wel voor de deur van zijn ex doodgeschoten.
Het lichaam dat op 26 oktober 1987 dood langs het Zijkanaal C ter hoogte van het pontveer Buitenhuizen in Haarlemmerliede werd gevonden, was niet van Pafort. Het bleek te gaan om de 38-jarige Turk Hayder Celen uit Schiedam, drugshandelaar en caféhouder. Hij was wel geliquideerd.
Aan de andere kant kon de politie ook niet aannemen dat het een ontvoering als die van Gerrit Jan Heijn was, die een maand eerder door de werkloze ingenieur Ferdi Elsas was ontvoerd en om het leven gebracht. In de zaak-Heijn was losgeld gevraagd, in de zaak-Pafort niet. Elsas had zich met een pakket eisen bij de familie van Heijn gemeld, de ontvoerders van Jan Pafort lieten niets van zich horen.
De politie boog negentien dagen later op een persconferentie voor de werkelijkheid: ‘We vrezen voor een afrekening in het criminele milieu.’ Om er onmiddellijk aan toe te voegen, alsof ze de familie nog niet alle hoop wilde ontnemen: ‘We durven echter nog niet zover te gaan dat we zeggen dat Pafort wel dood zal zijn.'
Maar de aanwezige journalisten wisten genoeg. ‘Politie denkt dat vermiste Amsterdammer niet meer leeft,’ schreven de kranten unaniem.
De overeenkomst met de zaak-André Brilleman drong zich op, de kickbokser uit de omgeving van Klaas Bruinsma die in 1985 met betonnen schoenen in een rivier was gevonden. ‘We hebben het er regelmatig over,’ aldus de woordvoerder van de politie. ‘Als het Pafort net zo is vergaan als Brilleman en deze daders zijn wat zorgvuldiger te werk gegaan dan die van toen, is het maar de vraag of we zelfs ooit een dode Pafort vinden.'
Brilleman zou Klaas Bruinsma hebben bestolen en besodemieterd.
Inmiddels was de politie erachter gekomen dat Pafort werd gechanteerd. ‘Sinds het begin van dit jaar. Daar zijn we tijdens het onderzoek achter gekomen. We hebben een vrouw uit Rotterdam gearresteerd, eind vorige maand, maar moesten haar na twee dagen weer laten gaan. We kregen niet de indruk dat zij ook maar iets met de verdwijning te maken had.’
Bij die ene aanhouding bleef het dan ook.
Intussen werd steeds duidelijker dat Pafort geen kleine speler was op de drugsmarkt. In 1979 mislukte een transport van 1500 kilo hasj van Pakistan naar Nederland: een groot deel van de partij werd in Duitsland in beslag genomen.
Klaas Bruinsma had ook een aandeel in die partij.
Volgens Bart Middelburg in De dominee (1992) deed Pafort 'geregeld' zaken met Bruinsma. Begin 1987 zou Pafort Bruinsma voor een paar ton hebben bestolen.
Was Bruinsma dermate boos dat hij opdracht had gegeven Pafort te ontvoeren?
Op 12 november 1987 werd het lijk van Pafort in het water van de Haringvliet in Oud-Beijerland gevonden. Sectie maakte duidelijk dat Pafort al dood was toen hij in het water werd gegooid. Zijn lichaam vertoonde evenwel geen schot- of steekwonden.
Toch ging de politie in eerste instantie uit van een liquidatie in het criminele milieu. Woordvoerder Klaas Wilting: ‘Kennelijk hebben de partijen elkaar belazerd.'
Op kerstavond 1987 richtte mevrouw Pafort zich tot de ontvoerders. In een advertentie op de voorpagina van De Telegraaf sprak ze de wens uit dat degenen die verantwoordelijk waren voor de dood van haar Jan ‘in het nieuwe jaar de moed mogen vinden te laten weten waarom zij hem hebben meegenomen en zomaar weggooiden’.
De doodsoorzaak van Pafort kon overigens niet met volle zekerheid worden vastgesteld, maar 'zeer waarschijnlijk' stierf hij aan een hartaanval. De spanningen van de ontvoering waren hem kennelijk te veel geworden - en dat zou hooguit dood door schuld hebben opgeleverd.
Maar de dood van Jan Pafort werd wel degelijk aan Klaas Bruinsma toegeschreven. De vraag blijft: was het de bedoeling de oud-wielrenner te vermoorden of wilde men hem alleen maar een waarschuwing geven?