De politie trof de 44-jarige vrouw dood op haar kamer in de opvang voor Oekraïense vluchtelingen aan.
Ze had een gebroken neus, gebroken ribben en een gescheurde milt.
Onder meer.
En een promillage van 1,8 - zes, zeven glazen alcohol.
De politie arresteerde haar 40-jarige echtgenoot O.C. Maar hij ontkent haar gedood te hebben.
Volgens het Openbaar Ministerie waren de wonden echter kort voor haar dood ontstaan en het gevolg van ‘herhaaldelijk en hevig geweld'.
Hij zou haar hebben gestompt en geslagen.
Volgens de advocaat van C. kunnen de verwondingen daarentegen zijn ontstaan door veelvuldig vallen of door de poging tot reanimatie.
C. verklaarde tegenover de politie dat hij zijn echtgenote had gereanimeerd, was gaan slapen en de volgende ochtend naar de supermarkt was gegaan.
Waarom ze toen gereanimeerd moest worden, is nog niet helemaal duidelijk.
Toen hij terugkwam was ze dood.
Tijdens een volgende regiezitting stelde de verdachte dat het slachtoffer voortdurend bloed had opgegeven.
'Daar praat niemand over.'
En zijn advocaat voegde daaraan toe dat hij het vreemd vond dat geen onderzoek is gedaan buiten de kamer, dus op plekken waar de vrouw mogelijk gevallen was.
Met een promillage was ze immers 'fors' dronken.
De zaak gaat op 15 november 2024 verder, maar wordt dan nog niet inhoudelijk behandeld.
