De 49-jarige Ruud H. stak rond 13.00 uur zijn vader (74) voor diens woning neer.
Het slachtoffer overleed op 23 mei in het ziekenhuis.
Volgens deskundigen was de zoon ten tijde van de moord niet toerekeningsvatbaar. Ze adviseerden tbs met voorwaarden.
Tijdens de inhoudelijke behandeling bleek dat de zoon verslaafd was aan alcohol en wiet.
Hij heeft autistische trekken en een angststoornis.
En woonde nog steeds bij zijn bezorgde ouders.
Tegenover de rechtbank verklaarde hij: 'Er was in 2019 een aanslag op de me gepleegd in Maastricht. Ik ben toen helemaal in elkaar geslagen. Ik had veel last van angst en paniek. Ook door corona ging het steeds slechter met mij.'
Aldus noteerde het Noordhollands Dagblad uit zijn mond op.
Die dag zei zijn vader tegen hem dat hij er inderdaad slecht uitzag - en dat leverde vader een dreun op.
Moeder vluchtte naar boven en belde 112.
Maar te laat. Het keukenmes was al gepakt. Het zat nog in zijn onderbuik toen de hulpdiensten arriveerden.
Het Openbaar Ministerie eiste 7 jaar en tbs.
De rechtbank veroordeelde hem tot 5 jaar en tbs onder voorwaarden, zoals deskundigen hadden geadviseerd (bij tbs onder voorwaarden mag de celstraf niet hoger zijn dan 5 jaar).
En die voorwaarden zijn: langdurige verpleging in een beveiligde psychiatrische kliniek en daarna beschermd wonen.
Hij blijft dan onder toezicht.
Bijkomende voorwaarde: hij mag geen contact opnemen met zijn moeder en zus.
