Felicia overleed op 13 december, een dag nadat ze ernstig hersenletsel had bekomen.
Maar de zaak kwam pas in de publiciteit toen in februari 2021 in de woning van haar vader (en verdachte) Peter W. een reconstructie werd gehouden.
Grote witte schermen moesten die aan het zicht onttrekken.
Volgens W. was hij met zijn dochter - ze was 4,5 maand oud - van de trap gevallen. Van de zesde trede om precies te zijn.
Hij droeg haar in zijn armen met een handje achter op haar hoofd.
Maar de verwondingen die bij zo'n val ontstaan, pasten niet bij de verwondingen die Felicia had: bloeduitstortingen, ernstige oogafwijkingen, verschoven hersenen.
Verschoven hersenen...
Volgens het Openbaar Ministerie kon het niet anders dan dat er veel kracht op het hoofd van Felicia was uitgeoefend.
Door Peter W., want zijn vrouw was met hun oudste kind naar de winkel.
Volgens W. wilde hij de auto wassen toen Felicia begon te huilen. Hij liep naar binnen en tilde Felicia op.
Met haar in zijn armen liep hij de trap op.
Na de val belde hij zijn vrouw en reed met Felicia naar de winkel waar zij zich toen bevond.
Weer thuis werd de huisartsenpost gebeld: Felicia was helemaal slap geworden.
Maar van die val meldde Peter W. niets. Die had hij zijn vrouw niet gemeld, die meldde hij hulpverleners niet. Pas een maand later kwam hij ermee op de proppen.
Ter zitting verklaarde hij: ik was al eens van de trap gevallen en was bang voor de reactie van mijn vrouw en haar familie.
Het OM geloofde daar weinig van en eiste 8 jaar cel.
Overigens zag een buurman dat Peter W. de spullen waarmee hij zijn auto wilde wassen opruimde toen de hulpverleners nog bezig waren het leven van zijn dochter te redden.
Die hogedrukspuit was kennelijk even belangrijker dan zijn dochter.
De rechtbank veroordeelde W. conform.
Hij had voordien al weten weten bij een veroordeling in hoger beroep te gaan.
