De eerste melding kwam om 17.24 uur bij de politie binnen. De beller had op de parkeerplaats een auto zien staan met een man achter het stuur die onwel leek. Hij was in ieder geval niet wakker te krijgen.
Wel wakker was een kind op de achterbank. Veertien maanden jong.
Hulpverleners probeerden het slachtoffer - de 34-jarige Seif Ahmed, van Egyptische afkomst - nog te reanimeren, maar hij overleed ter plaatse.
Het kind op de achterbank was zijn dochter. Ze bleef ongedeerd, maar moet alles gezien hebben.
Aanvankelijk hield de politie rekening met zelfmoord, omdat het slachtoffer het moordwapen in zijn hand had.
Maar dat scenario werd steeds onwaarschijnlijker naarmate het onderzoek vorderde. Seif Ahmed was bovendien geen bekende van de politie. Hij werkte als kapper.
In november 2019 maakte de politie bekend dat Ahmed vermoedelijk werd gedood door iemand die op de bijrijdersstoel zat.
De politie hield de 49-jarige Abdallah M. aan, een vriend van het slachtoffer. Ahmed bleek maar liefst 100.000 euro bij deze Abdallah in bewaring te hebben gegeven.
En dat geld wilde Ahmed nu terug. Al enige tijd, maar M. had steeds gezegd: 'Volgende week.'
M. ontkende de moord. Hij had wel een afspraak met Ahmed die dag, maar toen hij de parkeerplaats verliet, leefde die nog. Een onbekende moest hem daarna dus hebben doodgeschoten.
Of Ahmed had zelfmoord gepleegd.
Maar een getuige had gezien dat M. in zijn taxi de parkeerplaats verliet en toen hing het hoofd van Ahmed al onnatuurlijk.
Tijdens een pro forma-zitting werd duidelijk dat dna van M. op het moordwapen zat.
Ter opheldering verklaarde M. dat hij een paar weken voor de moord met het vuurwapen had geschoten, om te kijken of het werkte.
En daar kwamen dan waarschijnlijk ook de kruitsporten op zijn jas vandaan. En in zijn auto.
De officier van justitie vroeg hem ook waarom hij kort na de moord enkele honderden foto’s en video- en audiobestanden van zijn telefoon had gewist.
Dat had hij niet gedaan, antwoordde M. 'Dat doet mijn telefoon automatisch.'
Het Openbaar Ministerie geloofde er weinig van en eiste 14 jaar cel.
En ook de rechters hadden geen telefoon die automatisch bestanden wist: 12 jaar.
M. riep daarop tegen de rechtbank: 'U hebt een onschuldige veroordeeld.'
Oftewel: hij ging in hoger beroep. Het leverde hem 2 jaar extra op