De 54-jarige Jarek uit Polen werd rond 16.00 uur gevonden in de berm van de Nieuwe Ubbergseweg, ter hoogte van de oude. In de bosjes daar.
In die bosjes woonden al maanden mannen uit het Oostblok in tenten.
De politie hield een landgenoot van het slachtoffer aan, Adrian W. (32). De man had een tijdje in het kamp gewoond, woonde nu met zijn vriendin Mariola in Antwerpen, maar was even terug.
Met Mariola.
Ze waren op doorreis naar Polen; zijn dochter was zwanger.
Maar die dag was ruzie ontstaan, want Mariola zocht iets te vaak de tent van Jarek op. En dus - zo vermoedde het Openbaar Ministerie - doodde W. hem, legde hem in een lege tent en vertrok.
Maar de politie kon hem dus nog diezelfde dag aanhouden.
W. bekende tijdens een pro forma-zitting Jarek te hebben geschopt en geslagen. 'Maar ik heb hem niet gedood. Hij was alleen met Mariola toen ik de tent verliet...'
Tijdens de inhoudelijke behandeling werd duidelijk dat botten van het slachtoffer waren gebroken die niet makkelijk te breken zijn.
Het Openbaar Ministerie geloofde dan ook niet dat Mariola daarvoor verantwoordelijk was en eiste 12 jaar.
Bovendien: het slachtoffer was uiteindelijk gewurgd en in zijn hals was dna van W. aangetroffen.
De rechtbank veroordeelde hem tot 10 jaar.