Tanju Toker werd rond 3.30 uur op straat aangetroffen. Hij werd nog gereanimeerd, maar uiteindelijk tevergeefs.
De 46-jarige Gengiz B. kon worden aangehouden.
Volgens de politie ging er aan de steekpartij een ruzie vooraf. Volgens getuigen ook, maar alle getuigen verklaarden de steekpartij niet gezien te hebben.
Volgens de advocaat van de verdachte werd 'uit het niets' een bakje friet uit de handen van zijn cliënt geslagen en werd hij vervolgens tegen de ruit van het café geduwd en bij zijn keel gegrepen.
Door Toker.
Cengiz B. was dus niet de agressor, maar een onschuldige die een frietje stond te eten en werd lastiggevallen.
Hij had bovendien niet gestoken. Dat op zijn kleding bloed van het slachtoffer was aangetroffen, was volgens zijn advocaat zonder enige betekenis. De verdachte stond er immers met zijn neus bovenop.
Bovendien zaten op het moordmes geen sporen van de verdachte. Misschien had het slachtoffer zichzelf wel neergestoken...
Aldus de advocaat.
Toch eiste het Openbaar Ministerie 10 jaar cel.
De rechtbank stelde vast: 'Bij de verdachte is sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische en mogelijk met psychopathische kenmerken.
Daarnaast is er afhankelijkheid van alcohol. Het is aannemelijk dat de stoornissen hebben doorgewerkt bij het plegen van het feit. Door de onduidelijk gebleven relatie tussen denken, voelen en handelen kan de mate van toerekeningsvatbaarheid niet worden vastgesteld.'
En veroordeelde B. tot 8 jaar, wegens doodslag.
