De Ierse crimineel Ketih Ennis eindigde aan de voet van de dijk, in stukken gesneden en verpakt in verschillende koffers en tassen.
Ennis was crimineel. Geen grote, zeker geen kleine. Hij was gelieerd aan de organisatie van Christy Kinahan, een van de beruchtste misdadigers van Dublin, van Ierland.
Ennis werd ervan verdacht met de politie te hebben gepraat, nadat hij was opgepakt en de politie later voor 10 miljoen euro aan drugs in beslag nam. En die waren niet van Ennis.
Hij vluchtte naar Nederland, maar werd getraceerd door mensen die nog geld van hem te goed hadden. Of hij was hier in nieuwe problemen geraakt. Dat is nog steeds niet helemaal duidelijk.
In ieder geval werd hij in een woning in Rotterdam met een mes gedood en daarna met een cirkelzaag gemutileerd.
Toch lukte het de Amsterdam politie hem te identificeren, aan zijn tatoeages.
Drie Ieren werden opgepakt: Philip C., Kenneth B. en Barry M. In eerste instantie werden ze vrijgesproken van moord, maar wel veroordeeld wegens overtreding van de Wet op de Lijkbezorging.
In hoger beroep werden twee van hen alsnog veroordeeld wegens het doden van Ennis, beiden tot 13 jaar. Maar over de opdrachtgever en dus het motief wilden ze geen woord verklaren.