De steekpartij vond plaats tussen 2.00 en 2.15 uur op de parkeerplaats van Paragon zalenverhuur, waar een besloten feest werd gehouden.
Het slachtoffer was de 26-jarige Fanuel Berika, die in 2018 vanuit Suriname naar Nederland was gekomen om hier te werken.
De politie hield drie mannen aan, van 17, 24 en 27 jaar. Twee van hen werden weer vrijgelaten, maar bleven verdachten.
Op 24 september en eind oktober werden nog twee verdachten aangehouden.
Toen Berika in Nederland arriveerde, trok hij in bij zijn nicht en vond werk als stratenmaker, tuinman en schoonmaker.
Hij was die avond op de verjaardag van een vriend geweest en daarna naar het feest in Paragon gegaan.
Op beelden zien we hem dansen.
Kort na 2.00 uur ontstond op de parkeerplaats ruzie. De nicht van Berika reed op dat moment juist weg, maar ze keerde om nadat haar kinderen op de achterbank hadden geroepen dat Fanuel 'werd doodgemaakt'.
Aan de ruzie namen tussen de vijftig en honderd mensen deel, Berika bleef zwaargewond achter. Hij overleed ter plaatse.
Tijdens een pro forma-zitting in juni 2021 waren er nog drie verdachten over, drie broers.
Een van hen zat al vast, de tweede werd ter zitting aangehouden. Het Openbaar Ministerie verdacht hen ervan te hebben gestoken.
De derde bleef op vrije voeten. Hij werd alleen van openlijk geweld verdacht.
De vechtpartij die avond was een vervolg op een ruzie in maart 2020. Daarbij werd Berika ook al mishandeld.
Toen hij zich van het feest wilde verwijderen, werd hij door het geopende portierraam van zijn auto gestoken.
Door een van de broers? Maar wie van de drie dan?
Tijdens de eerste dag van de inhoudelijke behandeling bleek de ruzie te gaan over de relatie die Berika had met een zus van de drie broers.
De jongste van de drie (toen nog minderjarig) kreeg die avond ruzie en belde vervolgens zijn twee broers. Die kwamen er meteen aan.
De drie beriepen zich in de rechtszaal op hun zwijgrecht. Wie van hen gestoken had, wilden ze niet zeggen.
Ze wisten het ook niet.
Het Openbaar Ministerie eiste 10 jaar tegen de oudste twee.
Maar de rechtbank sprak hen vrij. Er was geen dna van hen op het mes gevonden, maar wel dna van een onbekend gebleven persoon.
Ze kregen wel 1 jaar voor openlijke geweldpleging.
De jongste broer kreeg een werkstraf van 150 uur (want minderjarig), waarvan 50 uur voorwaardelijk.
Het OM ging in hoger beroep, dat moet nog dienen.
In Suriname liet Berika twee kinderen achter; zijn vriendin hier was zwanger van hem.
